Om fiscaal als ten laste beschouwd te worden, moet men op 1 januari van het aanslagjaar deel uitmaken van het gezin van de belastingplichtige en mag de persoon die ten laste wordt genomen geen bestaansmiddelen ontvangen hebben die netto meer bedragen dan onderstaande maxima in tabel 1. De nettobestaansmiddelen zijn niet het netto-bedrag dat op de rekening van de begunstigde wordt gestort.
De nettobestaansmiddelen worden verkregen door de het bruto-belastbaar inkomen (*) te verminderen met de werkelijke uitgaven of lasten die gedaan zijn om de bestaansmiddelen te verkrijgen of te behouden. Kunnen deze uitgaven of lasten niet met bewijsstukken gestaafd worden, dan worden zij forfaitair vastgesteld op 20% van het brutobedrag.
Voor het vaststellen van het nettobedrag van de bestaansmiddelen komen de bedragen zoals vermeld in tabel 2 niet in aanmerking. Deze mogen in eerste instantie worden afgetrokken van het bruto-belastbaar inkomen vooraleer de beroepskosten in mindering te brengen.
(*) Bruto-belastbaar = alle bruto-inkomsten die je hebt ontvangen, verminderd met sociale bijdragen. Dit bedrag is meestal terug te vinden bij "belastbaar inkomen" op de maandelijkse loonfiches die je moet ontvangen van je werkgever.
Als kinderen ten laste van de belastingplichtige kunnen worden beschouwd:
Als andere personen ten laste van de belastingplichtige kunnen worden beschouwd:
De personen die deel uitmaken van het gezin van de belastingplichtige en die bezoldigingen genieten welke voor deze laatste beroepskosten zijn, mogen niet als ten laste worden aangemerkt.