Om fiscaal als ten laste beschouwd te worden, moet men op 01.01 van het aanslagjaar deel uitmaken van het gezin van de belastingplichtige en mag de persoon die ten laste wordt genomen geen bestaansmiddelen ontvangen hebben die netto meer bedragen dan onderstaande maximabedragen van nettobestaansmiddelen.
De nettobestaansmiddelen worden verkregen door de brutobestaansmiddelen te verminderen met de werkelijke uitgaven of lasten die gedaan zijn om de bestaansmiddelen te verkrijgen of te behouden.
Kunnen deze uitgaven of lasten niet met bewijsstukken gestaafd worden, dan worden zij forfaitair vastgesteld op 20% van het brutobedrag.
Om de netto bestaansmiddelen vast te stellen dienen onderstaande uitzonderingen in rekening worden gebracht. Hierbij dient het in de tabel vermelde bedrag in mindering worden gebracht van het brutobedrag. Het saldo wordt vervolgens beperkt tot 80% (saldo verminderd met 20% of met de werkelijke kosten).