Nettobestaansmiddelen

Om fiscaal als ten laste beschouwd te worden, moet men op 1 januari van het aanslagjaar deel uitmaken van het gezin van de belastingplichtige en mag de persoon die ten laste wordt genomen geen bestaansmiddelen ontvangen hebben die netto meer bedragen dan onderstaande maxima in tabel 1. De nettobestaansmiddelen zijn niet het netto-bedrag dat op de rekening van de begunstigde wordt gestort.

De nettobestaansmiddelen worden verkregen door de het bruto-belastbaar inkomen (*) te verminderen met de werkelijke uitgaven of lasten die gedaan zijn om de bestaansmiddelen te verkrijgen of te behouden. Kunnen deze uitgaven of lasten niet met bewijsstukken gestaafd worden, dan worden zij forfaitair vastgesteld op 20% van het brutobedrag.

Voor het vaststellen van het nettobedrag van de bestaansmiddelen komen de bedragen zoals vermeld in tabel 2 niet in aanmerking. Deze mogen in eerste instantie worden afgetrokken van het bruto-belastbaar inkomen vooraleer de beroepskosten in mindering te brengen.

(*) Bruto-belastbaar = alle bruto-inkomsten die je hebt ontvangen, verminderd met sociale bijdragen. Dit bedrag is meestal terug te vinden bij "belastbaar inkomen" op de maandelijkse loonfiches die je moet ontvangen van je werkgever.

Aanslagjaar

  AJ 2024 AJ 2023 AJ 2022 AJ 2021
Tabel 1: maximumbedrag van de nettobestaansmiddelen        
Voor kinderen ten laste van belastingplichtige die gemeenschappelijk wordt belast € 3.820,00 € 3.490,00 € 3.410,00 € 3.380,00
Voor kinderen ten laste van een belastingplichtige die alleen belast wordt € 5.520,00 € 5.040,00 € 4.920,00 € 4.880,00
Voor gehandicapte kinderen ten laste van een belastingplichtige die alleen wordt belast € 7.010,00 € 6.400,00 € 6.240,00 € 6.200,00
Minimumbedrag van de aftrekbare kosten voor de berekening van de nettobestaansmiddelen uit bezoldigingen van werknemers en uit baten € 530,00 € 480,00 € 470,00 € 470,00
Voor andere personen ten laste (geen kinderen) € 3.820,00 € 3.490,00 € 3.410,00 € 3.380,00
 
Tabel 2: kwalificeren niet
als nettobestaansmiddelen
       
Maximumbedrag van de pensioenen en renten toegekend aan ascendenten, broer of zus ≥ 65j € 30.800,00 € 28.100,00 € 27.430,00 € 27.230,00
Maximumbedrag van onderhoudsuitkeringen, van de ontvangen onderhoudsuitkeringen, van de overlevingspensioenen toegekend aan wezen in de publieke sector en van de wezenrenten, die aan kinderen zijn toegekend € 3.820,00 € 3.490,00 € 3.410,00 € 3.380,00
Maximumbedrag van de bezoldigingen uit een studentenovereenkomst, van de winst, baten of bedrijfsleidersbezoldiging van de student-zelfstandige of leerling in alternerende opleiding € 3.190,00 € 2.910,00 € 2.840,00 € 2.820,00

Als kinderen ten laste van de belastingplichtige kunnen worden beschouwd:

  • de afstammelingen (ongeacht de graad) van de belastingplichtige, van zijn echtgenoot of van zijn wettelijk samenwonende partner;
  • andere kinderen die hij volledig of hoofdzakelijk ten laste heeft, bv. kinderen van de feitelijk samenwonende partner.

Als andere personen ten laste van de belastingplichtige kunnen worden beschouwd:

  • zijn ascendenten (ongeacht de graad) en die van zijn echtgenoot of van zijn wettelijk samenwonende partner (ouders, grootouders, overgrootouders, enz.);
  • zijn zijverwanten tot en met de tweede graad en die van zijn echtgenoot of van zijn wettelijk samenwonende partner (broers, zusters, halfbroers, halfzusters, enz.);
  • de personen die de belastingplichtige, zijn echtgenoot of zijn wettelijk samenwonende partner als kind volledig of hoofdzakelijk ten laste hebben gehad (de pleegouders).

De personen die deel uitmaken van het gezin van de belastingplichtige en die bezoldigingen genieten welke voor deze laatste beroepskosten zijn, mogen niet als ten laste worden aangemerkt.